Reisverslag 11-29 mei 2008

8 maanden na september 2007, was ik weer in Sosúa en ook nu weer voor een verblijf van 2 ½ week. Deze keer in hotel Casa Marina Reef, een 3 sterren resort, waar het goed toeven is. Niet alleen op straat werd ik door de Dominicanen weer van alle kanten gadegeslagen, maar ook in het hotel, door personeel en toeristen. Een vrouw alleen, zo druk bezig, da’s vreemd.

groepsfoto van klas met SylviaAlle hoofdrolspelers waren er weer, zowel van de Sosúa Kids Org., als Judith en Roberto van het Colegio Evangelico Asher. Karen kwam echter pas na een week terug uit Canada. Tijdens een kleine informele bijeenkomst van de Sosúa Kids Org. bij de bar “Checkpoint”, op 18 mei, heb ik de namaak-cheque van 5000 euro van “onze” Stichting Help Sosuakids naar School aan de Sosúa Kids Org. overhandigd. Ook Wim de Jong, van het Sosúanieuws was hierbij aanwezig. Deze “cheque” hangt nu te prijken bij Checkpoint, waar regelmatig toeristen wat komen drinken.
Het Colegio Evangelico Asher moet op korte termijn verhuizen, wegens de onveilige situatie op de huidige gehuurde locatie (schietincidenten vlakbij de school en een enorm risico van inbraak). Er is nu een mogelijkheid om in de veilige nabijheid een groot woonhuis te kopen dat als school kan dienen en groter is dan hetgeen nu gehuurd wordt. Om geld bijeen te krijgen hebben Judith en Roberto op zaterdag 24 mei een benefietconcert georganiseerd. We hebben alle moeite gedaan om belangstellenden te trekken. Het concert was leuk, maar jammer genoeg waren er heel weinig mensen, omdat de toeristen de resorts nauwelijks of niet verlaten. De opbrengst was dan ook zeer mager.
Verder heb ik het weer druk gehad met allerlei afspraken en bezoeken. Kort samengevat heb ik de volgende plekken bezocht. Op 2 onderstaande scholen (Cienaga en Luperon) zit een aantal leerlingen dat van schooluniformen wordt voorzien.

  • De school in La Cienaga, waar ik met leraren en leerlingen heb gesproken
  • De school Gregorio Luperon in Sosúa, waar ik met het hoofd en onderhoofd heb gesproken
  • Het Colegio Evangelico Asher, waar ik met de leraren heb gesproken
    en met Judith het gebouw bekeken, dat zij hopen te kunnen kopen. Ik ben heel hard op zoek naar het geld (19.000,-- euro) voor dit mooie gebouw, want onze stichting heeft deze gelden niet.
  • De school van Jimmy in het straatarme Saman , die ik hoop in toekomst geldelijk wat te kunnen steunen
  • Het arme dorp Los Algodones . De Samaritan Foundation laat daar een geweldig groot schoolgebouw, bibliotheek en  medische post bouwen. Dit dorp maakt door deze (barmhartige) grote investering een enorme sprong voorwaarts.

voor het schoolbordMet Linda, een trouwe Sosúa Kids hulp, die werkt bij Meltours in Sosúa, had ik afgesproken een bezoek te brengen aan “haar” motoconcho. (Motoconcho’s zijn mannen die op hun zware bromfietsen passagiers tegen betaling door de stad vervoeren.) Deze man, bijgenaamd El Mosquitero (de meeste Dominicanen hebben een bijnaam en meestal kent men de eigenlijke naam niet eens) werd vorig jaar voor haar ogen aangereden. Hij moest een aantal pennen in zijn been hebben en als je daar geen geld voor hebt, wordt het been geamputeerd. Linda heeft het geld bijeen gekregen, want een motoconcho heeft zulke bedragen niet. Zijn vrouw was toen 7 maanden zwanger. De motoconcho kan nu een jaar niet werken, heeft geen inkomen en inmiddels 3 kinderen. Van de dochter van een vriendin kreeg ik nu een compleet nieuwe uitzet voor zijn pasgeboren dochtertje mee en wat geld. Met Lyndon en Barbara van de Sosuakids Org. hebben wij per auto alles bij het gammele huisje van de familie in de heuvels gebracht. Ze waren dolblij met de goede gaven.
Na een paar dagen met Karen in allerlei straatarme Haïtiaanse dorpjes te zijn geweest, waar zij hulp verleent, zat ik er even helemaal doorheen. Na terugkomst in het hotel ben ik meteen naar zee gelopen. Al rondzwemmend had ik het gevoel zo een beetje van het onrecht van deze wereld dat aan mij vastkleefde, van me af te spoelen. Ook het eten bleef in mijn keel steken. De volgende dag zei Karen tegen mij ”once you stop crying, you stop caring” en …..dat is heel erg waar! Ik bewonder haar en anderen die duurzaam zoveel hulp verlenen mede, om hoe ze met deze gevoelens omgaan.
Bij elk bezoek merk ik weer hoe belangrijk het is om ter plekke te zijn. Ten eerste wordt het wederzijds vertrouwen steeds sterker en ten tweede merkt men hoe overleg en controle zoveel beter worden ervaren als men tegenover elkaar zit. Pas als ik daar ben, kan ik de problemen ten volle invoelen. De duizenden kilometers afstand die ik daarna weer moet nemen, mogen dan relativerend werken.

Soms vraagt men mij in Nederland: “wanneer houdt jouw werk daar op?”. Ik weet het niet en wil het ook niet weten. De 220 kinderen die nu door ons naar school gaan, kunnen wij toch niet in de steek laten? Mijn enige nachtmerrie is, dat ik moet stoppen omdat men geen geld meer ter beschikking wil stellen en dan schrik ik gelukkig weer wakker!!
Van een Dominicaanse arts ontving ik zojuist een email waarin in het Spaans stond geschreven:
”niemand is zo arm dat hij niet kan geven”…..